Als u de diagnose van chronisch hartfalen hebt gekregen, is het zeer belangrijk om uzelf goed op te volgen, de voorgeschreven medicatie correct te nemen, op een juiste manier te leven met hartfalen en om bij problemen tijdig advies en hulp te zoeken.

Het is dan ook belangrijk om vooral de volgende zaken goed te doen:

Opvolging

• Ga regelmatig op controle bij uw arts(en).
• Laat af en toe een bloedafname doen, zeker voor elke controle bij de cardioloog. De nierfunctie en het ionogram (vooral het gehalte van natrium en kalium) moeten opgevolgd worden.
• Volg thuis de evolutie op van uw symptomen, gewicht, bloeddruk en pols. U kan deze bijhouden in het hartfalendagboekje van uw ziekenhuis. Soms worden deze parameters ook via telemonitoring opgevolgd door uw hartfalenteam in het ziekenhuis.

Dit is zeer belangrijk, omdat een (plotse) verandering van deze parameters een voorbode kan zijn van toenemende klachten en/of een ziekenhuisopname. Indien veranderingen in uw toestand snel opgemerkt worden, kan u sneller terug onderzocht worden door uw arts om uw behandeling zo nodig aan te passen.

• Neem bij problemen contact op met uw arts of de hartfalenverpleegkundige.

Lees meer.

Medicatie

• Neem uw medicatie dagelijks correct in zoals voorgeschreven.
• Verander of stop zelf geen medicatie zonder overleg met uw arts.
• Zorg dat u nooit zonder medicatie valt. Ga tijdig een nieuw voorschrift en doosje halen als een doosje bijna leeg is.
• Hou de medicatielijst goed bij en laat deze aanpassen als er iets veranderd wordt aan de medicatie. Breng deze lijst altijd mee naar de raadpleging.
• Vermijd de inname van ontstekingsremmers (zoals ibuprofen, diclofenac, naproxen,…) of bruistabletten (deze bevatten veel zout). Paracetamol tot 3x1 gram per dag mag wel.

Lees meer.

Voeding

• Streef een gezonde en gevarieerde voeding na.
• Overdrijf niet met zout. Beperk zout zeker als je dagelijks plaspillen (diuretica) moet nemen of een slechte nierfunctie hebt.
• Drink als u dorst hebt. Drink niet teveel (minder dan 1,5 tot 2 liter per dag, alles inbegrepen: water, koffie, soep …). Strengere vochtbeperking is nodig als u dagelijks plaspillen (diuretica) moet nemen of een slechte nierfunctie hebt. Op warme dagen of bij ziekte (braken, diarree,…) mag u iets meer drinken.
• Beperk alcoholgebruik met liefst ook minstens 2 dagen per week zonder alcohol. Het is altijd beter om zo weinig mogelijk of geen alcohol te drinken.
• Vermager indien nodig.

Lees meer omtrent voeding.

Lees meer omtrent vocht inname.

Levensstijl: hoe leven met hartfalen?

• Zorg voor voldoende lichaamsbeweging. Probeer dagelijks te wandelen of te fietsen. Luister hierbij naar uw lichaam en forceer niet.
• Stop met roken indien u rookt.
• Zorg voor deze vaccinaties: griep, COVID, pneumokokken.
• Soms bent u rijongeschikt: bespreek dit.
• Reizen kan, maar neem uw voorzorgen.

Lees meer.