Menu
Menu
Menu
Menu

Rol van huisarts

Zoekresultaten

Rol van huisarts

Zoekresultaten

Klinische aandachtspunten op de raadpleging bij de huisarts

Opvolging van de parameters (gewicht, bloeddruk, hartritme):

  • Best door de patiënt thuis zelf te meten.
  • Bij een plotse verandering in een van deze parameters en/of symptomen moet de patiënt, de omgeving of verpleging overleggen met de arts en/of de hartfalenverpleegkundige.
  • Deze parameters worden best geregistreerd via:
    • Een hartfalendagboekje (meegegeven door de hartfalenkliniek) en/of in het dossier van de thuisverpleging.
    • Een telemonitoringsysteem (invullen in een app, of automatisch via een weegschaal en bloeddrukmeter die verbonden zijn met een telemonitoringplatform).

Titratie van de therapie

De aanbevolen behandeling en de streefdoelen zijn anders bij HFrEF, HFmrEF, HFpEF. Deze zijn samengevat in de tabel hieronder.

Waarom? Lees ook: Prognostische voordelen van de behandelingen.

De huisarts heeft samen met de cardiologen en andere artsen een belangrijke rol in de correcte titratie van de therapie volgens de evolutie klinische toestand (gewicht, al of niet tekens van vochtretentie, bloeddruk, hartfrequentie), nierfunctie en ionogram. De flowchart hieronder kan u helpen bij aanpassingen aan de therapie om deze zo optimaal mogelijk te brengen en te houden.

Aandachtspunten bij bloedafnames

Frequentie van controle van het creatinine en de creatinineklaring bij gekende chronische nierinsufficiëntie: 

  • Stadium 3a (GFR <60 ml/min): om de 6 maanden. 
  • Stadium 3b (GFR <45 ml/min): om de 4 maanden. 
  • Stadium 4 (GFR <30 ml/min): om de 3 maanden. 
  • Stadium 5 (GFR <15 ml/min): maandelijks. 
crossmenuchevron-right-circle