Diabetesbehandeling verschilt globaal niet tussen patiënten met of zonder hartfalen.
- Metformine is 1e keuze, tenzij bij ernstige nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min, risico op lactaatacidose)
- Bij elke hartfalenpatiënt is er ook meestal een indicatie voor een SGLT-2 inhibitor.
- Daarnaast voorkeur voor een glucagon-like peptide-1 (GLP-1) receptor agonist (bv. Trulicity, Victoza, Byetta, Ozempic,..), zeker bij morbiede obesitas. Recente data tonen een opmerkelijke verbetering van de levenskwaliteit bij patiënten met obesitas en HFpEF.
- Omwille van verhoogd risico op zout- en water retentie zijn :
- Thiazolidinediones (glitazones) (pioglitazone, Actos) te mijden.
- Glinidines (repaglinidine, Novonorm) met voorzichtigheid te gebruiken.
- Insuline, sulfonylurea, DPP4-inhibitoren met enige voorzichtigheid te gebruiken.
- Hypoglycemies moeten vermeden worden gezien deze de prognose negatief beïnvloeden.