Zolang dyspnoe in rust of ondersteunende therapie (beademing, hemodynamisch onstabiel op IZ):
Zodra klinisch stabiel: mobilisatiefase op de verpleegafdeling.
Ademhalingsoefeningen:
Mobilisatie (afhankelijk van de toestand van de patiënt):
De kinesitherapeut houdt hierbij rekening met symptomen van overbelasting: angor, overmatige kortademigheid of vermoeidheid, cardiale aritmieën, abnormale bloeddrukschommelingen, duizeligheid of syncope, hevig zweten of bleek worden.
Bij problemen wordt dit gemeld aan de verpleging en/of de artsen.
Voor ontslag overlegt de kinesitherapeut met de verpleging en/of de artsen of dit motorisch haalbaar zal zijn.
Na de opname wordt de patiënt:
Dagelijkse lichte tot matige fysieke activiteit (wandelen, zo mogelijk fietsen,…) moet altijd gestimuleerd worden.
Lees ook bij de informatie voor patiënten: