1. Zo mogelijk tijdelijk reduceren of stoppen van de diuretica, zeker als er geen tekens van vochtretentie zijn. Indien een thiazide-diureticum wordt genomen, wordt dit best gestopt, omdat dit het meest van alle diuretica kaliumexcretie via de urine en dus hypokaliëmie in de hand werkt.
2. Zo mogelijk: start een kaliumsparend diureticum, spironolactone 25-50 mg per dag. Hierdoor wordt minder kalium geëxcreteerd met de urine. Zo mogelijk: verhoog ACE-inhibitor/ ARB / ARNI.
3. Start perorale supplementen 1 tot 3 keer per dag. Bijvoorbeeld: kalium siroop 2 of 3 keer 10 of 20 meq per dag. Dosis te bepalen volgens de ernst van de hypokaliëmie.
4. Stimuleren van inname van kaliumrijke voeding: meer fruit (bananen),...
5. Vaak is er ook hypomagnesiëmie. Eventueel tijdelijk magnesium-supplementen te overwegen (zeker als er ook krampen zijn).
6. Controleer het kalium met een nieuwe bloedafname na 2-4 dagen.