Menu
Menu
Menu
Menu

Intraveneus ijzer

Zoekresultaten

Intraveneus ijzer

Zoekresultaten

Werkingsmechanisme

Ijzerdeficiëntie komt frequent voor bij patiënten met hartfalen en is geassocieerd met een lagere inspanningscapaciteit en een slechtere prognose, ook als er geen anemie aanwezig is. Lees meer.

Ondertussen is dit ook een therapeutisch aangrijpingspunt geworden.

De diagnose van ijzerdeficiëntie wordt gesteld met een bloedafname met een verlaagd ferritine en/of transferrine saturatie (TSAT) (zie tabel), al of niet met anemie. Het is dus belangrijk om 1 of 2 keer per jaar deze beide parameters te bepalen bij een bloedafname. Het ferritine geeft de ijzervoorraad weer. De TSAT is een weergave van de beschikbaarheid van ijzer voor weefsels.

Hartfalen veroorzaakt gastro-intestinale malabsorptie van ijzer. Hierdoor is perorale substitutie niet nuttig. Inname van perorale ijzersupplementen is getest in een grote klinische hartfalenstudie (IRONOUT studie), maar kon geen meerwaarde aantonen. Perorale ijzersupplementen hebben het nadeel van bijwerkingen (obstipatie, zwarte stoelgang, gastro-intestinale ongemakken), slechte therapietrouw, slechte absorptie en lage efficiëntie.  Hartfalen veroorzaakt bovendien gastro-intestinale malabsorptie van ijzer. Hierdoor is perorale substitutie bij hartfalenpatiënten niet nuttig.

Intraveneuze toediening van ijzer is wel zeer efficiënt. Hiermee kan een hoge dosis ijzer in een of twee keer direct in de bloedcirculatie toegediend worden. De ijzervoorraad wordt op deze manier veel sneller en efficiënter terug aangevuld. Met oudere producten was er een verhoogd risico op anafylaxie. Met de huidige beschikbare geneesmiddelen is dit risico zeer laag geworden.

Beschikbare geneesmiddelen:

  • Ijzercarboxymaltose (Injectafer).
  • Ijzerderisomaltose (Monoferric).

Te verwachten gunstige effecten

  • Snelle normalisatie van de ijzerconcentratie in het bloed en beschikbaarheid van ijzer voor de weefsels: beenmerg (rode bloedcellen), hartspier, skeletspieren,...

Hierdoor is er een :

  • Betere aanmaak van hemoglobine en rode bloedcellen. Correctie van een eventuele anemie. Verbetering van het zuurstoftransport naar de weefsels.
  • Betere functie van de cellen door onder andere een betere energieproductie (betere aanmaak van myoglobine en een betere productie van ATP in de mitochondriën). Verbetering van de functie van het myocard en van de skeletspieren.
  • Verbetering van de spierkracht, de inspanningscapaciteit en het uithoudingsvermogen.
  • Lichte verbetering van de nierfunctie, de activatie van het RAAS systeem en van het orthosympathisch systeem.

Bewezen effecten

Trials bij HFrEF en HFmrEF :

  • Ijzercarboxymaltose (Injectafer): FAIR-HF, CONFIRM-HF, IRON-CRT, AFFIRM-HF, HEART-FID,...
  • Ijzerderisomaltose (Monoferric): IRONMAN.

Er zijn nog geen studies met een rechtstreekse vergelijking tussen de verschillende intraveneuze ijzerpreparaten.

Bewezen effecten:

  • Op kortere termijn (FAIR-HF, CONFIRM-HF): Afname van dyspnoe d’effort. Verbetering van de inspanningscapaciteit en de levenskwaliteit.
  • Bij CRT non-responders: lichte, maar significante stijging van de LVEF en verbetering van de hartfunctie.
  • Na een hospitalisatie omwille van acuut hartfalen (AFFIRM-HF, IRONMAN): reductie van hospitalisaties omwille van hartfalen tijdens de eerste 6 maanden na de hospitalisatie.
  • Op langere termijn (HEART-FID, IRONMAN): Studies tonen een trend naar reductie van harde eindpunten (hartfalen hospitalisaties en cardiovasculaire mortaliteit), doch deze waren statistisch net niet significant. Dit wordt onder andere toegeschreven aan de gebruikte statistische methode, een impact van de COVID pandemie op de studies, de lage event rates in de studies, en de inclusie van teveel patiënten met een laag ferritine < 100 mg/dl met wel een hoge transferrine saturatie (TSAT) van > 20%. Deze patiënten hebben vermoedelijk geen echte ijzerdeficiëntie en dus weinig baat bij het krijgen van IV ijzer. Patiënten met een TSAT > 20% blijken geen significante benefit te hebben van IV ijzer. Als men de gegevens van alleen de patiënten met een TSAT < 20% onderzocht, was er wel een significante daling van hartfalen events en cardiovasculaire mortaliteit.

De meeste benefit wordt vermoedelijk gezien bij patiënten met HFrEF of HFmrEF en een verlaagde transferrine saturatie (TSAT) < 20 %.

Bij HFpEF is er nog geen bewezen voordeel en ook geen terugbetaling voor intraveneuze correctie van ijzerdeficiëntie. IV ijzer kan bij deze patiënten in bepaalde gevallen wel overwogen worden bij andere indicaties: zie hieronder.

Indicaties

1) Hartfalen met gereduceerde LVEF (HFrEF).

Terugbetaling is in België sinds 2021 mogelijk indien aan deze criteria voldaan is: 

  • NYHA klasse II-IV. 
  • Ijzerdeficiëntie volgens de definitie hierboven. 
  • LVEF ≤ 40%.
  • De ijzerdeficiëntie werd onderzocht op alle potentieel behandelbare/ omkeerbare oorzaken. 

Deze terugbetaling moet elektronisch door een cardioloog aangevraagd worden. 

Er is dus tot op heden géén terugbetaling mogelijk in het kader van HFmrEF en HFpEF.

 

2) Daarnaast is er in België ook terugbetaling voor intraveneus ijzer bij :

  • Hemo- of peritoneaaldialyse.
  • Vasculaire malformatie.
  • Ziekte van Crohn of colitis ulcerosa waarbij één van de twee volgende voorwaarden vervuld zijn:
    • Hemoglobinegehalte gedaald onder de 10,5 g/dl.
    • Falen van perorale ijzer therapie gedurende minstens 2 maanden maar waarbij het ferritinegehalte steeg onder deze perorale inname doch de tekenen van chronische actieve ziekte bleven aanhouden.
  • Anemie door bewezen en gedocumenteerde ijzer-malabsorptie.
  • Intolerantie aan per orale ijzertherapie en persisterende anemie (2 bepalingen met minimum 1 maand interval tonen een hemoglobine < 8 g/dl).
  • Bloedarmoede waargenomen tijdens de zwangerschap met een bevestigde verminderde waarde van hemoglobine onder of gelijk aan 9 g/dl, in geval van onmogelijkheid tot perorale correctie van deze bloedarmoede.

3) En ook voor de behandeling van preoperatieve ijzerdeficiënte anemie bij patiënten > 14 jaar die majeure of complexe chirurgie moeten ondergaan en aan alle volgende voorwaarden voldoen:

  • Vastgesteld risico op bloedverlies > 500 ml tijdens de ingreep of een risico op bloedtransfusie > 10%.
  • De diagnose ijzerdeficiënte anemie waarbij de voorschrijvende arts-specialist zich op te lage biologische waarden van hemoglobine, serum ferritine, transferrine-saturatie en indien nodig, te hoge biologische waarden van C-reactief eiwit (CRP) baseert:
    • Hb < 13 g/dL
    • En serum ferritine < 100 mg/dl en transferrinesaturatie (TSAT) <20% of CRP > 5 mg/L
    • Of serum ferritine > 100 mg/dl en TSAT <20% of CRP > 5 mg/L
  • Deze biochemische onderzoeken naar anemie zijn maximaal 6 weken voor de geplande ingreep uitgevoerd.

Praktisch gebruik

  • Infuus meestal via het dagziekenhuis.
  • Duur van het intraveneus infuus: 30 minuten.
  • Na de toediening wordt als voorzorg aangeraden om nog 30 minuten op de afdeling te blijven om eventuele nevenwerkingen (zoals een allergische reactie) tijdig op te sporen en te behandelen.
Ijzercarboxymaltose (Injectafer)
ijzercarboxymaltose (Injectafer®)
Ijzerderisomaltose (Monoferric)
ijzerderisomaltose (Monoferric®)

Aandachtspunten

Paraveneuze toediening moet vermeden worden. Dit kan lokaal een langdurige bruine verkleuring van de huid veroorzaken.

Mogelijke specifieke nevenwerkingen

Weinig tot geen.

Als er nevenwerkingen optreden zijn deze meestal maar mild en transiënt.

  • Allergische reactie: zeldzaam. Mogelijke symptomen: huidrash (bijv. urticaria), jeuk, dyspnoe, wheezing en/of angio-oedeem van de lippen, de tong, keel of het ganse lichaam. In zeer zeldzame gevallen anafylaxie met hypotensie en shock. Het risico is hoger voor patiënten met bekende allergieën, een voorgeschiedenis van ernstige astma, eczeem of andere atopische allergie, bij patiënten met immuun- of inflammatoire aandoeningen (bijvoorbeeld systemische lupus erythematosus, reumatoïde artritis).
  • Hoofdpijn
  • Duizeligheid
  • Roodheid in het gezicht.
  • Verhoogde bloeddruk.
  • Nausea

Vooral met ijzercarboxymaltose (Injectafer) is er een verhoogd risico op hypofosfatemie, vooral na meer dan 1 toediening). Dit kan dan weken aanhouden. Indien meer uitgesproken kan dit symptomen veroorzaken van vermoeidheid, spierkrampen of - pijnen, constipatie, nausea, botpijnen of osteomalacie (met verhoogd risico op fracturen).

Contra-indicaties

  • Gekende allergie tegen IV ijzerpreparaten.
  • Ijzerstapelingsziekte.
  • Anemie die niet het gevolg is van ijzerdeficiëntie.
crossmenuchevron-right-circle