Vasodilatatoren (afterload- en preload reductie).

• Hydralazine veroorzaakt vooral een arteriolaire vasodilatatie.
• Nitraten veroorzaken voornamelijk veneuze dilatatie.

Daarom is het belangrijk om nitraten + hydralazine te combineren om zowel arteriolaire als veneuze vasodilatatie te bekomen.

• Daling van de afterload en van de preload waardoor daling van de intracardiale vullingsdrukken.
• Afname van klachten van inspanningsdyspnoe.
• Afname van de neiging tot vocht- en waterretentie.

Trials: V-HeFT | trial (1986) en A-HeFT trial (Taylor et al. NEJM 2004)

• Daling van de mortaliteit
• Verbetering van de LVEF
• Verbeterde inspanningscapaciteit

Heden zijn er slechts beperkte indicaties:

• Deze medicaties of de combinatie van beide is vooral een alternatief voor ACE-inhibitoren, ARB of ARNI wanneer deze gestopt moeten worden of maar in lage dosis voorgeschreven kunnen worden bij progressieve ernstige nierinsufficiëntie (GFR < 15-20 ml/min, dialyse) en/of hyperkaliëmie.
• Deze medicaties of hun combinatie kunnen eventueel toegevoegd worden aan de standardtherapie met neurohormonale blokkers als bijkomende afterloadreductie bij blijvend symptomatisch hartfalen indien er geen hypotensie is na bereiken van de optimale dosis ACE-inhibitor/ ARB en bètablokker.
• Bij Afro Amerikanen heeft de toevoeging van een hoge dosis hydralazine
  37.5 mg en isosorbidedinitraat 20 mg 3x/dag bovenop standaard hartfalen therapie een positief effect op mortaliteit aangetoond in de A-HeFT studie. Merk op dat de standard of care hartfalen therapie toen slechts bestond uit ACE-inhibitoren/ARB, spironolactone, bètablokker en digoxine.

• Isosorbidedinitraat (Cedocard) comprimés: start 20 mg 0,5 tablet 3 x /dag, zo goede tolerantie op te drijven naar 3 x 20 mg tot 3 x 40 mg per dag. Gebruik de sublinguale smelttabletten van 5 mg NIET voor deze indicatie. Deze zijn snelwerkend en kortwerkend. Een te hoge dosis verhoogt het risico op symptomatische hypotensie.

• Hydralazine (magistraal voor te schrijven): start 6,25 of 12,5 mg 3 tot 4x per dag, zo goede tolerantie op te drijven naar 3 tot 4 keer 25 tot 50 mg per dag.

• Vaak gebruikt bij gehospitaliseerde patiënten na behandeling met intraveneus Nitroprusside. Na stabilisatie wordt Nitroprusside dan geleidelijk overgeschakeld naar deze perorale behandeling.
• Data van V-HeFT trial zijn van 1986. De background therapie voor congestief HF bestond toen slechts uit diuretica en digoxine. Deze therapie werd dus nooit getest in combinatie met de huidige standard of care behandeling.

• Overgevoeligheid voor hydralazine of nitraten.

• Hypotensie.
• Hoofdpijn (bij nitraten)
• Hydralazine is soms geassocieerd met “drug induced lupus”. Incidentie: 10-15%. Symptomen: serositis, artralgieën, myalgieën en koorts.