Prevalentie en incidentie

Hartfalen is een veel voorkomende ziekte. De prevalentie van hartfalen stijgt met de leeftijd.

• Slechts 1% van de personen jonger dan 55 jaar heeft hartfalen.
• Meer dan 10 % van de personen ouder dan 70 jaar heeft hartfalen. Dit percentage stijgt verder bij een hogere leeftijd.

Het jaarlijks aantal nieuwe diagnoses van hartfalen in de volledige Belgische populatie bedraagt 194 per 100.000 inwoners (95% - BI 172-218).  De mediane leeftijd bij diagnose is 79 jaar (bij vrouwen 82 jaar en bij mannen 76 jaar).

Het jaarlijks aantal nieuwe diagnoses van hartfalen bij personen ouder dan 50 jaar bedraagt 502 per 100 000 inwoners (95% - BI 444-565), zonder significant verschil tussen mannen en vrouwen.

Het aantal patiënten met hartfalen zal de komende jaren alleen maar verder toenemen.

Dit heeft meerdere oorzaken:

• De vergrijzing van de populatie. Mensen leven steeds langer.
• Toenemende prevalentie van overgewicht en andere cardiovasculaire risicofactoren.
• Door betere behandelingen overleven meer mensen een hartinfarct, een hartoperatie,... Deze patiënten kunnen later dan wel hartfalen ontwikkelen.
• Patiënten met hartfalen leven ook langer door betere behandelingen.
• Toenemende oncologische behandelingen met mogelijke cardiotoxiciteit.
• …

Prognose

Ruim een kwart (26%) van de patiënten bij wie de diagnose hartfalen wordt gesteld, overlijdt binnen de 12 maanden. Bijna de helft (46%) overlijdt binnen de 5 jaar.

Bij mannen is de kans op overlijden binnen de 5 jaar na diagnose van hartfalen hoger dan na diagnose van een hartinfarct, blaaskanker, prostaatkanker of darmkanker.

Bij vrouwen is deze kans hoger dan na diagnose van borstkanker, hartinfarct, darmkanker en baarmoederhalskanker.

Met 130.000 vroegtijdig verloren levensjaren is hartfalen één van de belangrijkste doodsoorzaken in België.

Kosten voor de maatschappij

Deze ziekte vormt voor de gezondheidszorg niet alleen een medische, maar ook een  economische uitdaging. Momenteel gaat 1 tot 2% van het budget van de Belgische gezondheidszorg naar de zorg voor chronisch hartfalen. Twee derde hiervan wordt besteed aan hospitalisaties voor hartfalen. Voor ruim een kwart van de patiënten (28,8%) is een behandeling op een dienst intensieve zorgen nodig en dit gemiddeld gedurende 3,8 dagen. Iets meer dan de helft van de patiënten (50,9%) wordt binnen het jaar na ontslag uit het ziekenhuis opnieuw opgenomen vanwege hartfalen of een andere cardiovasculaire aandoening. Het gemiddelde tijdsinterval tussen twee opnames bedraagt 3,2 maanden.

Deze cijfers benadrukken het belang van een optimale behandeling en opvolging voor patiënten met hartfalen, zowel in het ziekenhuis als ook in de ambulante setting. Het verminderen en vermijden van hospitalisaties is uiterst kostenbesparend voor de gezondheidszorg.