Wie opvolgen als hartfalenpatiënt ?

• Gekende diagnose van hartfalen, eventueel vermeld op het behandelingsschema.
• Chronische inname van een lisdiureticum (furosemide, Lasix 40 mg = bumetanide, Burinex 1 mg per dag of meer) of van specifieke hartfalentherapie (Entresto, Procoralan,…)

1) Screening naar symptomen verdacht voor hartfalen

• Bij symptomen verdacht voor hartfalen (kortademigheid bij inspanning of neerliggen, zwelling van de onderbenen,…): patiënt verwijzen naar een arts.
• Bij patiënten met gekend hartfalen: herkennen van symptomen en alarmsymptomen en dan verwijzen naar de arts. Symptomen van hartdecompensatie, dehydratatie, hypotensie?

2) Ondersteuning bij opvolging van parameters

• Bloeddruk, hartfrequentie.
• Verkoop en uitleg bij het gebruik van een bloeddrukmeter. Asymptomatische hypotensie > 90 mmHg vergt geen dosisvermindering!

3) Afleveren van voorgeschreven medicaties met overzicht van de volledige medicatielijst

• Overlopen van de meest recente medicatielijst, met aandacht voor recente aanpassingen (bv. tijdens een recente ziekenhuisopname of consultatie bij de cardioloog).
• Vermijden van aflevering en/of inname van te mijden geneesmiddelen: NSAID, bruistabletten,…
• Aandacht voor eventuele klinisch relevante interacties tussen medicaties.
• Verzekeren van de continuïteit van de medicatie en zo nodig bij stockbreuken van een geneesmiddel het voorzien van correct alternatief, eventueel in overleg met de arts.

4) Bevorderen van de therapietrouw