Steeds meer patiënten krijgen de diagnose hartfalen. Deze ziekte veroorzaakt dyspnoe, inspanningsbeperking, achteruitgang van de levenskwaliteit, recidiverende hospitalisaties en vroegtijdige mortaliteit. Hartfalen is dus een steeds groter wordende uitdaging voor de toekomst.
Hartfalen ontstaat door dysfunctie van het myocard, waardoor het hartdebiet daalt en/of de druk in het linker ventrikel (LV) stijgt. Dit leidt tot stuwing of congestie. Er treedt ook zout- en vochtretentie op via de nieren door activatie van het renine-angiotensine-aldosterone systeem (RAAS) en het orthosympathisch zenuwstelsel, vooral bij HFrEF. Dit veroorzaakt kortademigheid door stuwing in de longen) en tekens van overmatige vochtretentie en veneuze stuwing: pitting oedeem van de onderste ledematen en/of ascites.
Hartfalen is meestal een chronische ziekte (zie Figuur). Het ziekteverloop wordt gekenmerkt door periodes met een stabiele klinische toestand of chronisch hartfalen. Hierbij wordt gestreefd naar een zo optimaal mogelijke symptoomcontrole, liefst zonder vochtretentie (euvolemie) en met stabiele vitale parameters van gewicht, bloeddruk en hartfrequentie. Tal van uitlokkende factoren of triggers kunnen dit evenwicht verstoren en aanleiding geven tot stijging van de intracardiale druk en/of vochtretentie (hartdecompensatie of acuut hartfalen), al of niet met nood aan een ziekenhuisopname. Hospitalisaties omwille van hartfalen zijn vaak langdurig (gemiddeld 8 tot 10 dagen in de recente ADVOR studie) en veroorzaken de grootste kost voor de maatschappij in het totale budget van de hartfalenzorg.
Instellende hartdecompensatie uit zich door verandering van symptomen, gewicht, bloeddruk en/of hartfrequentie. De opvolging van deze parameters in de thuissituatie en tijdige detectie van veranderingen van deze parameters, kan leiden tot tijdige aanpassingen van de therapie, waardoor soms verdere deterioratie en ziekenhuisopnames voorkomen kunnen worden.
Zonder goede behandeling is de prognose voor patiënten met hartfalen vaak slecht door progressieve deterioratie van de hartfunctie met episodes van toegenomen dyspnoe en vochtretentie (hartdecompensatie), aritmieën en algemene achteruitgang met multi-orgaanaantasting (nierinsufficiëntie, levercirrose en ascites, deconditionering en cardiale cachexie,…). Dit leidt tot verlies aan functionaliteit en quality of life, herhaalde ziekenhuisopnames (met hoge kosten voor de maatschappij) en mortaliteit.
Patiënten met hartfalen hebben vaak een of meerdere comorbiditeiten. De meest frequente zijn: coronair lijden, voorkamerfibrillatie, arteriële hypertensie, diabetes mellitus, ijzerdeficiëntie en anemie, nierinsufficiëntie en elektrolietstoornissen, hyperuricemie en jicht, COPD, hepatische en gastro-intestinale dysfunctie, cachexie en deconditionering, slaapapnoe, depressie.
Deze comorbiditeiten zijn zeer belangrijk, omdat ze:
De aanpak van deze comorbiditeiten is dus zeer belangrijk, samen met de optimale behandeling van het hartfalen.