Bij cardiale ATTR amyloïdose ontstaat er neerslag van amyloïd in het myocard door monomeren van het transthyretine eiwit. Het TTR-eiwit is normaal een tetrameer (vier kleinere eiwitten vormen een stabiel groot eiwit). Bij deze ziekte vallen deze tetrameren uiteen in vier kleine eiwitten (monomeren) die neerslaan als amyloïd fibrillen.
Lees meer: specifieke cardiomyopathieën – cardiale amyloïdose.
Deze geneesmiddelen stoppen de productie van TTR-eiwitten in de lever door ‘gene-silencing', dus door het TTR-gen te blokkeren met een small interfering RNA (siRNA) hetgeen bindt met het messenger RNA (mRNA) van het TTR-gen en hierdoor de synthese blokkeert. Dit resulteert in een 80-90% vermindering van TTR-eiwit in het bloed en hierdoor een sterke reductie van nieuwe neerslag van TTR-eiwitten in de weefsels.
Afremmen van de progressie van de ziekte, zowel neurologisch als cardiaal.
Door de sterke daling van het TTR-eiwit is dit effect sneller en groter dan bij TTR-stabilisatoren.
Trials:
Bij NYHA I-II patiënten:
Beschikbare producten:
Deze behandelingen kunnen in 2025 in België nog niet door een cardioloog voorgeschreven worden. Dit moet gebeuren door een arts verbonden aan een van de erkende neuromusculaire referentie centra (NMRC) in academische ziekenhuizen: https://www.sciensano.be/sites/default/files/flyers_nl_final.pdf.
De meeste patiënten worden nu behandeld met het recentere Vutrisiran.
Dit is een zeer dure behandeling. De voordelen van de behandeling werden maar aangetoond bij patiënten in een relatief vroeg stadium van de ziekte en dus weinig dyspnoeklachten (NYHA-klasse I of II). De behandeling is dus niet aanbevolen bij patiënten die ondanks optimale ondersteunende behandeling blijvend in NYHA-klasse III of IV functioneren. Het toedienen van de behandeling moet ook afgewogen worden ten opzichte de vermoedelijke levensverwachting, leeftijd, algemene toestand en co-morbiditeiten.
Geen