Hartfalen is een aandoening gekenmerkt door klachten als kortademigheid en ophouden van vocht in het lichaam door een onderliggend hartprobleem zoals een niet goed werkende hartspier, een defecte hartklep, een hartritmestoornis of ander hartziekte. Hierdoor pompt het hart het bloed onvoldoende rond naar al je organen en spieren en stijgt de druk in het hart. Er ontstaat een te hoge druk in de bloedvaten van de longen met vochtophoping in de longen (‘water in de longen’). Dit veroorzaakt kortademigheid, eerst bij inspanningen en naarmate het hartfalen ernstiger wordt, ook bij de minste inspanning, in rust of bij neerliggen. Soms ontstaat er een prikkelhoest, die dan vaak toeneemt bij neerliggen, of een rochelende ademhaling. Het lichaam zal ook zout en vocht ophouden. Uiteindelijk treedt ook stuwing op in het rechter hart en de aders die het bloed naar het hart voeren. Er stapelt zich vocht op in de benen of in de buik, waardoor deze gaan opzwellen. Dit wordt oedeem genoemd. Je kan dan met je vinger putjes duwen in de huid ter hoogte van de enkels.
Hartfalen kan verschillende symptomen veroorzaken, vooral kortademigheid en zwelling van de benen.
Bij de behandeling van hartfalen wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen hartfalen met een verminderde of een normale (bewaarde) linker ventrikel ejectiefractie (LVEF). De LVEF is het percentage van de hoeveelheid bloed in de linker hartkamer (ventrikel) dat weggepompt wordt telkens de linker hartkamer samentrekt. Dit geeft dus weer of de pompfunctie van het hart nog normaal is of niet. Normaal is de LVEF 50-55% of hoger. Indien een patiënt kortademig is met tekens van hartfalen en een LVEF > 50% spreken we van hartfalen met een bewaarde LVEF (HFpEF, heart failure with preserved ejection fraction). De pompfunctie van het hart is dan nog normaal. Het hartfalen ontstaat dan vooral door een verstijving van de hartspier. Dit kan meerdere oorzaken hebben: hoge bloeddruk, suikerziekte (diabetes mellitus), obesitas, een verkalkte aortaklep, hartritmestoornissen, specifieke ziekten van de hartspier,... Indien een patiënt kortademig is met tekens van hartfalen en een LVEF < 40% spreken we van hartfalen met een gereduceerde LVEF (HFrEF, heart failure with reduced ejection fraction). De pompfunctie van het hart is dan significant verminderd. Het hartfalen ontstaat dan vooral door een beschadiging van de hartspier. Dit kan meerdere oorzaken hebben: een hartinfarct, hartritmestoornissen, overmatig alcoholgebruik, genetische aandoeningen, hartspierontsteking, chemotherapie, …
Om de diagnose van hartfalen te stellen en om de oorzaak te achterhalen worden verschillende onderzoeken gedaan.
Voor hartfalen bestaan er gelukkig al veel goede behandelingsmogelijkheden. De behandeling van hartfalen bestaat uit verschillende elementen in functie van het onderliggend type hartfalen en de toestand van de patiënt op dat moment. Deze behandeling wordt vaak in lagere dosis gestart en geleidelijk aan opgedreven naar de maximale streefdosis, zeker als de pompfunctie van de linker hartkamer verminderd is. De behandeling heeft als doel de ongemakken te verminderen en zo lang mogelijk onder controle te houden. Hierdoor zal de levenskwaliteit terug verbeteren. De behandelingen streven ernaar om de pompfunctie van het hart te stabiliseren, verwikkelingen te voorkomen en de levensverwachting te verhogen.
De behandeling bestaat uit de aanpak van de oorzaak van het hartfalen (indien mogelijk), medicatie, onderhuids geïmplanteerde apparaten en het volgen van een aantal leefregels.
Een diureticum of plasmedicatie is alleen maar nodig als het lichaam vocht ophoudt. Deze medicatie zal dit vocht afdrijven door de patiënt meer te doen plassen. Bij patiënten met hartfalen met een verminderde pompfunctie van de linker hartkamer (HFrEF) is de belangrijkste behandeling de combinatie 4 groepen geneesmiddelen, namelijk 1) een ACE-inhibitor (ofwel een ARB, ofwel een ARNI), 2) een bètablokker, 3) een MRA en 4) een SGLT2-inhibitor. Bij patiënten met hartfalen met een normale pompfunctie van de linker hartkamer, maar vooral een verstijfde hartspier (HFpEF) is de belangrijkste behandeling de combinatie een SGLT-2 inhibitor met zo nodig een diureticum (plasmedicatie). De andere soorten medicatie moeten dan maar gebruikt worden bij een hoge bloeddruk of een snelle hartslag. Bij sommige patiënten wordt een apparaat of device geïmplanteerd. Dit is meestal een pacemaker en/of een defibrillator (ICD). Deze worden geplaatst om een te trage hartslag te voorkomen, om de hartfunctie te verbeteren en/of om het hartritme met een shock te normaliseren in geval van plotse levensbedreigende hartritmestoornissen met een zeer snelle hartfrequentie. In meer zeldzame omstandigheden kan als laatste mogelijkheid een geïmplanteerde hartpomp ( 'Linker Ventrikel Assist Device' (LVAD)) of een harttransplantatie noodzakelijk zijn, als dit nog haalbaar is.
Een correct aangepaste levensstijl is essentieel om het hart en de algemene gezondheidstoestand mee te helpen stabiel houden. Voor meer informatie kunnen patiënten en hun omgeving de andere informatieve teksten in dit onderdeel lezen.