Menu
Menu
Menu
Menu

Als u een andere ziekte krijgt of een operatie moet ondergaan, kan het nodig zijn om bepaalde maatregelen te treffen of bepaalde medicamenten een paar dagen niet te nemen.

Gelieve in deze situaties steeds contact op te nemen met uw huisarts, de hartfalenverpleegkundige of uw behandelend specialist arts voor overleg, concrete aanpassingen in uw medicatie en uitleg.

Hieronder worden algemene adviezen gegeven, waarvan in specifieke situaties door uw behandelende arts soms kan afgeweken worden.  

Bij een ziekte

Door ziektes (maag-darm ziekten, infecties, ...) kunnen deze situaties tijdelijke aanpassingen in het beleid nodig maken:

  • Niet kunnen eten en/of drinken
  • Koorts
  • Braken
  • Diarree
  • Tekens van uitdroging: gewichtsdaling (> 1-2 kg onder het streefgewicht), dorst, spierkrampen, zwakte, …
  • Lage bloeddruk, duizeligheid bij rechtkomen en rondwandelen

Aanbevelingen :

1) Laat u onderzoeken door uw arts voor een correcte diagnose en een gerichte aanpak.

2) Zo mogelijk tijdelijk meer vocht en een beetje meer zout innemen.

3) Tijdelijke afbouw van medicatie gedurende 1 of meer dagen tot verbetering van de algemene toestand:

Lees ook: Gebruik van medicamenten bij hartfalen => overzicht van de verschillende geneesmiddelen. Kijk daar in de tabel welke soort medicatie u neemt. Hieronder vindt u wat u eventueel met deze medicatie moet doen in geval van ziekte.

Diuretica (plaspillen), meestal Furosemide (Lasix) of Burinex

  • Onder een bepaald gewicht, bij diarree, braken of bij tekens van uitdroging zoals dorst, spierkrampen of een lagere bloeddruk moet de dosis van de plasmedicatie tijdelijk verminderd of gestopt worden.
  • Deze plaspillen moeten onmiddellijk terug herstart worden als het gewicht terug omhoog gaat naar het streefgewicht en als de andere ziektesymptomen verdwenen zijn. De plaspillen moeten zeker onmiddellijk herstart worden als er tekens optreden dat het lichaam vocht ophoudt: oplopend gewicht > 1-2 kg boven het streefgewicht, meer kortademigheid en/of zwelling van de onderbenen of de buik.

SGLT2-inhibitoren (Jardiance of Forxiga)

Niet nemen op dagen dat u door ziekte niet kan eten of drinken.

MRA (spironolactone (Aldactone) of eplerenone)

Zoveel mogelijk verder nemen. Al of niet tijdelijk onderbreken best in overleg met uw arts.

Bij ziekte waarbij u niet kan eten of drinken, kan u deze medicatie 1 of 2 dagen niet nemen tot alles terug beter gaat.

ACE-inhibitoren

Perindopril (Coversyl), Ramipril (Tritace), Enalapril, Lisinopril,…

ARB (sartanen)

Valsartan (Diovane), Losartan (Cozaar), Candesartan (Atacand),…

of ARNI (Entresto)

Zoveel mogelijk verder nemen. Al of niet tijdelijk verminderen in dosis of onderbreken best in overleg met uw arts.

Bij lage bloeddruk met bovendruk < 90 mmHg of bij een lagere bloeddruk dan normaal waar u last van hebt (duizeligheid bij rechtkomen of wandelen):

  • 1 dag deze medicatie niet nemen.
  • Dag nadien: bloeddruk terug meten en als u zich beter voelt en de bovenste bloeddruk terug > 95 – 100 mmHg is, deze medicatie herstarten aan de helft van de normale dosis. De komende dagen moet de dosis dan terug verhoogd worden naar de dosis die u normaal neemt als de bloeddruk stabiel blijft en uw geen klachten meer hebt van duizeligheid.

Beta-blokkers

Bisoprolol, Nebivolol (Nobiten), Carvedilol (Kredex), Metroprolol (Selozok)

Zoveel mogelijk verder nemen. Al of niet tijdelijk onderbreken best in overleg met uw arts.

Bij lage bloeddruk met bovendruk < 90 mmHg of bij een lagere bloeddruk dan normaal waar u last van hebt (duizeligheid bij rechtkomen of wandelen), of bij een trage hartslag < 50 per minuut:

  • 1 dag deze medicatie niet nemen.
  • Dag nadien: bloeddruk terug meten en als u zich beter voelt en de bovenste bloeddruk terug > 95 – 100 mmHg en de hartslag > 60 per minuut is, deze medicatie herstarten aan de helft van de normale dosis. De komende dagen moet de dosis dan terug verhoogd worden naar de dosis die u normaal neemt als de bloeddruk en de hartslag stabiel blijven en uw geen klachten hebt van duizeligheid.

Andere medicamenten

Zoveel mogelijk verder nemen. Al of niet tijdelijk onderbreken best in overleg met uw arts.

Bij een operatie

Op de dag van een operatie moet u meestal nuchter zijn. U mag dan niet eten of drinken. Te veel plaspillen kunnen soms dan uitdroging veroorzaken. Tijdens de operatie worden soms door de anesthesist medicamenten gegeven die de bloeddruk kunnen verlagen. Daarom worden sommige geneesmiddelen best kort niet ingenomen op de dag van de operatie. Zodra mogelijk moeten de medicamenten tegen hartfalen na de operatie herstart worden. Eventueel kan de eerste paar dagen maar de helft van de normale dosis genomen worden. Zodra mogelijk moet u terug de medicatie nemen zoals voor de operatie als de bloeddruk niet te laag is en u zich goed voelt.

Patiënten die bloedverdunners moeten nemen, worden meestal gevraagd om deze vooraf kort te stoppen.

Hieronder geven we enkele algemene aanbevelingen. Bespreek dit ook met uw behandelende arts en anesthesist.

Medicamenten voor hartfalen

Lees ook: Gebruik van medicamenten bij hartfalen => overzicht van de verschillende geneesmiddelen. Kijk daar in de tabel welke soort medicatie u neemt. Hieronder vindt u terug welke medicatie u niet moet nemen op de dag van de operatie.

Diuretica (plaspillen)

  • Furosemide (Lasix) of Burinex
Niet nemen op de ochtend van de operatie

SGLT2-inhibitoren

  • Jardiance of Forxiga
Niet nemen vanaf 1-2 dagen voor de operatie

ACE-inhibitoren

  • Perindopril (Coversyl), Ramipril (Tritace), Enalapril, Lisinopril,…

ARB (sartanen)

  • Valsartan (Diovane), Losartan (Cozaar), Candesartan (Atacand),…

ARNI (Entresto)

Niet nemen op de ochtend van de operatie

Beta-blokkers

  • Bisoprolol, Nebivolol (Nobiten), Carvedilol (Kredex), Metroprolol (Selozok)
Wel verder te nemen op de dag van de operatie

MRA

  • Spironolactone (Aldactone) of Eplerenone
Wel verder te nemen op de dag van de operatie

Indien mogelijk moeten de medicamenten voor hartfalen de dag na de operatie herstart worden. Als de bloeddruk laag is, wordt de eerste paar dagen eventueel maar de helft van de normale dosis ingenomen. Zodra mogelijk moet dit dan terug verhoogd worden naar de normale onderhoudsdosis.

Bloedverdunners

Afhankelijk van het bloedingsrisico van de nodige ingreep en van uw medische voorgeschiedenis worden bloedverdunners voor bepaalde operaties tijdelijk gestopt. Bespreek met uw arts of uw bloedverdunner al dan niet gestopt moet worden en wanneer. Er bestaan verschillende soorten bloedverdunners met elk een ander werkingsmechanisme en een andere werkingsduur. Voor de ene bloedverdunner duurt het langer dan de andere vooraleer deze uitgewerkt is. De bloedverdunners moeten indien nodig op tijd gestopt worden voor de operatie om tijdens de operatie overmatige bloedingen te vermijden. Na de operatie moeten deze, zodra dit veilig kan, herstart worden om bloedklonters en trombosen te vermijden. Bespreek dit met uw artsen.

Lees ook: Gebruik van medicamenten bij hartfalen => overzicht van de verschillende geneesmiddelen. Kijk in de tabel welke soort medicatie u neemt.

Hieronder vindt u de algemene richtlijn terug welke bloedverdunner u hoeveel dagen voor de operatie moet stoppen.

Acetylsalicylzuur (aspirine)
  • Asaflow, ASA, Cardioaspirine
Stop 7 dagen voor de operatie. Aspirine moet vaak niet gestopt worden voor operatie en wordt dan best verder genomen. Bespreek dit met uw arts.
Andere bloedplaatjesremmers
  • Clopidogrel, Brilique, Efient
Stop 7 dagen voor de operatie. Als u recent een stent gekregen hebt, mag u deze medicatie best niet zomaar stoppen tijdens de eerste 6 maanden na de implantatie van de stent. Bespreek dit met uw arts.
Directe orale anticoagulantie
  • Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana)
 
Stop 2 dagen voor de operatie. U moet normaal géén onderhuidse spuitjes met een andere bloedverdunner krijgen ter overbrugging tot aan de operatie.
Andere orale anticoagulantia
  • Marevan, Marcoumar, Sintrom
Stop 7 dagen voor de operatie. U moet normaal na enkele dagen wél onderhuidse spuitjes met een andere bloedverdunner krijgen ter overbrugging tot op de dag voor de operatie. Bespreek dit met uw arts.
crossmenuchevron-right-circle